Contacteer ons

Stad

Doorslag: langs het oude vaarwater

In het boek Nieuwegein 50 jaar wordt de geschiedenis van alle wijken toegelicht. Dit is het verhaal van Doorslag.

De wijk Doorslag wordt in het noorden begrensd door de wegen Weg naar de Poort, Wijkerslootweg en Zuidstedeweg, in het oosten door De Doorslag of Gekanaliseerde Hollandse IJssel, in het zuiden door de Gekanaliseerde Hollandse IJssel en in het westen door de A2. Hieronder wordt ‘Doorslag’ gehanteerd als wijknaam, het kanaal wordt als ‘De Doorslag’ aangeduid.

De Doorslag en de Randijk
Ongeveer op het tracé van de latere Randijk bevindt zich een rivierloop die rond 4000 v.Chr. actief was. In het zuiden is de huidige IJsselloop vanaf ca 2250 v.Chr. actief. Beide rivieren zorgen voor zandafzettingen op de bodem en op de oevers (oeverwallen). Daartussenin bevinden zich de lager gelegen, drassige komgronden. Deze ondergrond was zowel van invloed op het latere bodemgebruik als op de totstandkoming van de latere woonwijk. Het grondgebied van Doorslag ten noorden van de Randijk maakt deel uit van het Nedereind van Jutphaas, dat in de 11de eeuw werd ontgonnen. De Randijk fungeert als noordelijke grens van de ontginningen van het Gein. De Rijpickerwaard − waard of weerd verwijst naar de buitendijkse ligging aan de rivier moet ook omstreeks deze periode in ontginning zijn genomen. Als de ontginningen grotendeels gereed zijn, komt aan de huidige oostgrens van de wijk Doorslag de vaarweg van Utrecht naar de IJssel tot stand (tussen 1122 en 1148). Als gevolg hiervan komt het stadje het Gein tot bloei. Na de afdamming van de Hollandse IJssel wordt de dam bij de IJssel ‘doorgeslagen’: zo ontstaat de naam ‘Doorslag’. Wat opvalt bij het bestuderen van de kaarten, is de diagonaal lopende lijn vanaf de Randijk in het noorden tot aan de Waaikuil in het zuiden. ‘Waaikuil’ is een zichtbaar overblijfsel van een oude dijkdoorbraak. Een bij een dergelijke dijkdoorbraak ontstane plas wordt ‘waai’ of ‘wiel’ genoemd. Deze lijn begint daar waar Randijk en De Doorslag samenkomen, tegenover de Warsenhoeck. Mogelijk is deze diagonale lijn (het huidige tracé Watersnip-Lepelaar-Kuifduiker) een ouder (gepland) kanaaltracé en/of onderdeel van een niet uitgevoerde uitleg voor het stadje het Gein.

Zicht vanuit Jutphaas naar het zuiden. Rechts is de nog aanwezige fabriek van Van Bentum te zien. De wipmolen aan de linkerkant stamt uit 1667 en heeft tot 1982 polder Oudegein bemalen. Na een periode van verval is het onderstel van de molen in 2003 verplaatst naar het zuiden, nabij museum Warsenhoeck. Daar is de molen opnieuw opgebouwd.

Aan de westelijke oever van De Doorslag bevond zich waarschijnlijk een deel van het Gein. ‘Ran’/‘Randijk’ is mogelijk een verbastering van ‘Rijndijk’, wat niet onwaarschijnlijk is omdat veel waterwegen en objecten werden gekoppeld aan het element Rijn (denk o.a. aan Vaartse Rijn, familie Van Rijn). Een andere mogelijkheid is dat het verwijst naar het toponiem ‘den Rand(t)’, als ‘de dijk naar het gebied den Rand(t)’. Dat zou gelegen moeten hebben aan de Randijk, ten noordwesten van het huis Rijpickerwaard, ten westen van de A2. Ook het oud-Nederlandse ‘Rain’ of ‘Reen’ in de betekenis van ‘verhoogde zoom aan een akker of bos, die als grens dient’ komt in aanmerking. De Groene steeg is een restant van een oude polderweg. Uit het voorgaande is gebleken dat de hoogteligging van invloed is op het bodemgebruik: de hoger gelegen delen van het land, langs de IJssel en langs de Randijk, zijn in gebruik als bouwland en boomgaard. De iets lager gelegen delen zijn niet geschikt voor de landbouw en zijn in gebruik als weiland. Het gedeelte tussen Randijk en IJssel is erg laag gelegen. Dit gebied is dan ook met name vanaf de 19de eeuw in gebruik als griendland waaruit wilgentakken of tenen worden gewonnen. Het hout in deze productiebossen gedijt goed op lage, liefst drassige grond. Er is verspreid gelegen bebouwing langs de IJsselsteinseweg en de Randijk. In de jaren 50 worden enkele woningen gebouwd aan De Doorslag, op de plek die nu gelegen is tussen het ziekenhuis en de Randijk. Dit buurtje wordt de Marechausseekazerne genoemd, naar de militaire activiteiten op deze plek in de jaren 30. Nabij de Waaikuil stond tot in de jaren 80 een boerderij met de toepasselijke naam ‘Griendenstein’.

Artikel uit de lokale krant NieuwegeinNieuws.

Een nieuw woonwijk
Halverwege de jaren 70 treden er grote veranderingen op bij de totstandkoming van de woonwijk Doorslag. De concrete planvorming voor Nieuwegein dateert uit de late jaren 50, daarin zouden Vreeswijk, Jutphaas en IJsselstein worden samengevoegd. Over de naam voor de nieuwe stad is niet direct overeenstemming. De naam ‘Doorslag’ wordt geopperd, omdat het gebied rond de Doorslag het middelpunt vormt van het plangebied. Later, als IJsselstein definitief is afgehaakt, wordt vanuit een historisch besef voor de naam ‘Nieuwegein’ gekozen. De hoofdlijnen van de nieuwe stedelijke structuur staan al snel vast en de huidige plattegrond van Nieuwegein is al goed herkenbaar. Het karakter van het gebied blijft met name rond de Randijk echter deels behouden. In 1975 wordt opdracht gegeven voor een globaal bestemmingsplan (1976: ontwerp-bestemmingsplan) voor de bouw van 2400 woningen (‘grotendeels in de gesubsidieerde sector’) en diverse voorzieningen als een school en winkelcentrum. De nieuwe wijk heeft een oppervlakte van 127 ha. Het plan is om het gebied in de periode van 1978 tot 1982 vol te bouwen, maar het liefst sneller. ‘Het is van het allergrootste belang dat zo snel mogelijk de open ruimte tussen Jutphaas en Vreeswijk wordt bebouwd. Dat is een eerste vereiste voor het slagen van de Nieuwegeinse conceptie: één stedelijke eenheid in plaats van twee gescheiden dorpskernen’ (uit: NieuwegeinNieuws).

Kenmerkend voor de stedenbouwkundige ideeën in deze periode is de bouw van woonerven en andere verkeersarme straten. Onderkend wordt de ‘band met de overkant’ (= Park Oudegein). De eind jaren 70 afgebroken oude Geinbrug kreeg hierbij helaas geen nieuwe bestemming. De nieuwe Geinbrug als verbinding tussen Roerdomplaan en Parkhout wordt in 1978 in gebruik genomen. Bij de inrichting van de wijk is veel aandacht voor groen en bestaande landschappelijke elementen, zodat de wijk een eigen identiteit zou verkrijgen. Dit komt tot uiting in elementen als Randijk en Groene steeg en het aangrenzende centraal gelegen ‘wijkpark’ en een ‘buurtparkje’ rond de Waaikuil. De straatnamen worden als volgt geclusterd: in het noordelijk deel zangvogels, in het westen roofvogels, in het zuiden watervogels en in het centrale deel bos- en weidevogels. Vijftig woningen van woningbouwvereniging St. Joseph aan de Tuinfluiter worden als eerste opgeleverd. In 1982 worden zogenaamde houtskeletwoningen (Scandinavisch/Canadese bouwmethode) opgeleverd van het project ‘Cederhof’ (de buitenzijde van de woningen is bekleed met cederhout). Dit project wordt gekenmerkt door een aaneengesloten, gemengde bouwvorm. Deze bouwvorm was al eerder toegepast in Fokkesteeg. In het gebied midden-oosten van de wijk gaat in opdracht van Jutphaas Wonen en Woningstichting Centraal Nederland in 1978 de eerste paal de grond in voor de realisatie van 383 woningen. Bouwfonds Midden Nederland realiseert verspreid over de wijk 528 woningen. Bij dit alles stuit men op het aloude probleem in dit gebied, namelijk de lage ligging. De keuze is dan ook: ophogen of de grondwaterstand verlagen. Vanwege de kosten wordt voor het laatste gekozen. Er wordt een netwerk van waterlopen en drainagebuizen gerealiseerd en de grondwaterstand wordt geleidelijk (in verband met de gevolgen voor de bestaande begroeiing) met 1 meter (!) verlaagd, zodat deze 1,35 meter onder het maaiveld komt te liggen.

De zogeheten Verhoeven-woningen.

St. Antonius Ziekenhuis en voorzieningen
In 1976 adviseert de adviescommissie ‘Vestigingsplaats ziekenhuis Nieuwegein’ positief over de vestiging van het St. Antonius Ziekenhuis in de wijk. In oktober 1979 wordt gestart met de bouw, waarna het ziekenhuis op 23 september 1983 in gebruik wordt genomen. Het telt dan drie verdiepingen (later vergroot) en is gebouwd in een kamstructuur met vier lobben of vleugels. Het heeft op dat moment een capaciteit van ca. 560 bedden. Er vindt specialisatie plaats in hart- en longziekten. Er is gekozen voor deze locatie vanwege de gunstige ligging ten opzichte van het centrum en het Park Oudegein, de werkgelegenheid en bereikbaarheid en de gunstige grondprijs (ten opzichte van de beoogde andere locatie in Utrecht Lunetten). Een andere onderzochte vestigingslocatie in Nieuwegein is Zuilenstein. In de jaren 1977-1978 komen er ook andere voorzieningen tot stand in Doorslag. Er komen twee concentraties van scholen, één in het centrum van de wijk (Het Vijfspan, genoemd naar de vijf hierin ondergebrachte functies, nu de Trompetvogel) en in het noorden van de wijk in de ‘houtskeletbouwbuurt’. Het buurtwinkelcentrum nabij de tramhalte is in 1981 gereed. In dezelfde periode worden de mavo De Randdijk, bejaardenwoningen en andere voorzieningen gerealiseerd. Begin jaren 80 komt het bestemmingsplan ‘De Poort van Nieuwegein’ tot stand. Dit voorziet in een hoogwaardig dienstencentrum in het noordwesten van de wijk nabij de aansluiting op de A2 dat gereed is in 1985. Het karakteristieke pand van de Zwolsche Algemeene wordt in 1984 in gebruik genomen, en in 2020 gesloopt. Ook in 1984 worden het Schoenencentrum Nederland in handelscentrum De Poort en het Mercure hotel opgeleverd.

Dit artikel komt uit het boek Nieuwegein 50 jaar: gepland, gelaagd, geslaagd. Hier lees je er meer over.

Uitgegeven door de Historische Kring Nieuwegein.

Veel gelezen

Advertentie
Verbinden