De wijk Jutphaas-Wijkersloot ligt in de voormalige gemeente Jutphaas, tussen de kern van het oude dorp Jutphaas en het Stadscentrum. Hij wordt in het noorden begrensd door de Nedereindseweg, in het oosten door het Merwedekanaal en de Doorslag, in het zuiden door de Noordstedeweg en, tot slot, in het westen door de A.C. Verhoefweg. De wijk omvat een belangrijk deel van het oude Jutphaas.
Oudste bewoning en ontginningen
De wijk ligt net als het aangrenzende Zuilenstein in de 11de-eeuwse Jutphase ontginning van het (Oost-)Nedereind. De wijk is grotendeels gelegen op stroomruggrond, dat wil zeggen hoger gelegen grond. Ter hoogte vanhet Kerkveld splitst de (Blokse) stroomrug zich af naar het noorden. De Nedereindseweg en het Kerkveld liggen hoger. Deze plekken zijn al vanaf de IJzertijd bewoond geweest. Uit de late IJzertijd/Romeinse tijd (250 v.Chr. tot 450 n.Chr.) zijn meer aanwijzingen voor bewoning gevonden. Er zijn twee locaties bekend, waaronder het Kerkveld. Hier worden onder meer inheems en Romeins scherfmateriaal en een enkel sieraad aangetroffen. Na de Romeinse tijd lijken beide nederzettingen niet meer bewoond.
De Nedereindseweg fungeert als zogenaamde ontginningsas bij de 11de-eeuwse ontginning en de Nedereindsewetering ten noorden van de Nedereindseweg als (hoofd)afwaterings- wetering, de boerderijen worden op de kop van het perceel opgetrokken aan de Nedereindseweg. Hiervandaan worden de min of meer regelmatige kavels uitgezet die zich ten zuiden van de Nedereindseweg uitstrekken tot aan de Wijkersloot. Direct na de ontginningen zal het land voornamelijk zijn benut als landbouwgrond. Door inklinking van de komgronden is natuurlijke afwatering niet altijd meer mogelijk en zal een steeds groter wordend deel van de grond noodgedwongen in gebruik zijn genomen als grasland of griendland. Waterbeheer(sing) wordt een aangelegenheid van waterschappen. Afwatering van het zuidelijke deel van het Oost-Nedereind vindt plaats via de afwateringswetering de Wijkersloot en Nedereindsewetering op de Vaartse Rijn en in zuidelijke richting op de IJssel bij IJsselstein. Het ‘Wijkersloot-geld’ is dan onderdeel van de polderlasten die door de eigenaren van de grond moet worden opgebracht.
Kerkveld
In het midden van de ontginningsas (Nedereindseweg) wordt de kerk gebouwd, aan het Kerkveld. Het Kerkveld, waar ook het gerechtshuis is gevestigd, zal tot ver in de 17de eeuw fungeren als centrum van het tot dan toe volledig op de agrarische activiteiten gerichte dorp. Daarna zal het zwaartepunt van de activiteiten zich verplaatsen naar de omgeving van de Vaartse Rijn aan de huidige Herenstraat. Het Kerkveld werd vroeger ook wel Kerkplein of (Kerk)brinck genoemd. Op de kunstmatige ‘kerkterp’ stond tot omstreeks 1820 de kerk van Jutphaas. Deze kerk is wegens bouwvalligheid gesloopt, slechts een deel van de toren (12de/13de eeuw) resteert. De kerkterp is nog steeds in gebruik als (algemene) begraafplaats en is rijksmonument (’een levend monument’). Op de begraafplaats bevinden zich ook (familie)graven van enkele vooraanstaande families, waaronder die van de families De Geer en De Malapert. De westzijde van het Kerkveld werd voorheen ook wel Koningsstraat genoemd. Aan de oostzijde (voorheen ook wel Keizersstraat) bevindt zich nog altijd het St. Elizabetshofje uit 1904, vernoemd naar de stichtster. Het Kerkveld was tot in de jaren 60 een (volks)buurtje met bijbehorende sfeer. Ter hoogte van het Marisplantsoen sloot de Groeneweg of Wijkerslootseweg (met daarnaast de Wijkersloot) aan op de Nedereindseweg. Hier bevond zich de hoeve het Hoenderhof. Ter hoogte van de Rietveldlaan bevond zich tot omstreeks 1970 de zogenaamde Diaconiehoeve. Ter hoogte van het winkelcentrum het Nedereind stond de hoeve Welgelegen (beter bekend als ‘boerderij Bontje’) die moest wijken voor de aanleg van de Sluyterslaan. De Nedereindsewetering ter hoogte van het Kerkveld werd omstreeks 1960 gedempt. De oorspronkelijke kenmerkende aanblik is hiermee geweld aangedaan.
Jutphase boulevard
Vanaf de 19de eeuw vestigt zich industrie en andere bedrijvigheid langs het Merwedekanaal en de Doorslag, onder andere vanwege de gunstige mogelijkheden via het water en via de weg. Dit is dan nog kleinschalig en drukt nog geen dominant stempel op het landschap; het dorp heeft nog steeds een overwegend agrarisch karakter. In het dorp en rond deze nieuwe bedrijvigheid ontstaan ook (nieuwe) woonbuurtjes. De eerste nieuwbouw vindt begin 1920 plaats, als de Stormerdijkstraat (oorspronkelijk Wilhelminastraat) wordt aangelegd.
De woningbouwverenigingen Jutphaas Wonen en St. Joseph spelen hierbij een belangrijke rol. In de jaren 30 wordt nabij de aansluiting van deze straat op de Nedereindseweg een ‘winkelcentrum’ gebouwd, bestaande uit winkels/ woningen, dat al snel de naam ‘Jutphase Boulevard’ krijgt. In deze periode is een groot deel van de woningen in de oude woonbuurten in de Kikkerbuurt, op het Kerkveld en op Het Sluisje in slechte staat en wordt onbewoonbaar verklaard. De sanering van het Kerkveld en Sluisje vindt plaats in de jaren 60 en 70. In 1949 wordt het plan ‘Jutphaas-Dorp’ of kortweg plan ‘Dorp’ aangenomen door de gemeenteraad. Dit is het startsein voor een planmatige aanpak. Vanaf 1958 is sprake van een plan ‘Wijkersloot’ als deelplan van het plan ‘Dorp’ en rond deze tijd wordt de uitvoering van de plannen zichtbaar als diverse weteringen en waterwegen worden gedempt en voorzichtig gestart wordt met de voorbereidingen van de bouw van de nieuwbouwwijk die ten zuiden van de Nedereindseweg moet verrijzen.
Jutphase nieuwbouw
In de jaren 50 en 60 wordt een aanloop genomen naar de totstandkoming van Nieuwegein. Van een echte samenwerking tussen de gemeenten Jutphaas en Vreeswijk en is echter nog lang geen sprake. In de inleidende tekst voor het gemeentearchief van Jutphaas lezen we het volgende: ‘van eendrachtige samenwerking op meerdere beleidsterreinen was echter (nog) geen sprake. Op stedenbouw kundig gebied werd beider onafhankelijke opstelling gesymboliseerd in de realisering van de laagbouwwijk Zandveld te Vreeswijk en de hoogbouwwijk Wijkersloot te Jutphaas.’ In 1963 volgt een raadsbesluit over plan ‘Wijkersloot’. Waar het plan in zekere zin nog op zichzelf staat, ziet men al snel in dat het als onderdeel van een groter plan moet worden gezien. In 1966 duikt voor het eerst de naam ‘Jutphaas-Wijkersloot’ in de archiefstukken van de gemeente Jutphaas op. De straatnamen worden in 1931 door middel van een verordening officieel vastgelegd. In de meeste gevallen worden de al in gebruik zijnde namen aangehouden. Een opvallende benaming is het Kerkplein voor het Kerkveld. Sommige straten veranderen meerdere keren van naam. Zo verandert de Willem III-straat in Julianastraat en weer later in de Ten Baanstraat.
In de periode 1940-1945 geldt een verbod voor vernoeming van straatnamen naar levende leden van het huis Oranje-Nassau. De Wilhelminastraat wordt in 1940 gedwongen gewijzigd in Parallelweg, in 1942 in Emmastraat (dit wordt blijkbaar geaccepteerd door de bezetter). In 1945 wordt dit teruggedraaid in Wilhelminastraat en tot slot in 1972 in Stormerdijkstraat. De Emmalaan wordt omgedoopt in Vredebestlaan. Vanwege de samenvoeging met Vreeswijk ontstaan er dubbele straatnamen, de straatnamen in Jutphaas worden hernoemd in 1972. Naast de al eerder genoemde straten wordt de Prins Hendrikstraat omgedoopt tot Rijnhuizenstraat. In het gebied zijn diverse partijen actief, waaronder Woningstichting Centraal Nederland, de woningbouwverenigingen St. Joseph en Jutphaas Wonen. Elk met een eigen insteek: betaalbare koopwoningen of sociale huurwoningen. In de periode 1948-1949 vindt de eerste nieuwbouw plaats op het Drilleveld en wordt er gebouwd in de Willem III-straat (Ten Baanstraat) en Emmalaan (Vredebestlaan).
In de jaren 50 worden woningen gebouwd aan de Emmalaan, Rijnenborghstraat, Wijnesteijnstraat, Zwanenburgstraat, Kramerslaan en op het Drilleveld. Dit zijn veel zogenaamde ‘woningwetwoningen’. In de jaren 60 komen de werkzaamheden goed op stoom. In 1964 wordt ongeveer 73 hectare aangekocht, waarvan ongeveer 54 hectare voor het plangebied Jutphaas-Wijkersloot en de rest voor het plan Doorslag (inclusief het latere Stadscentrum). Er wordt opnieuw laagbouw gerealiseerd en de eerste flatgebouwen verschijnen in Wijkersloot. Opvallend aan de structuur van de nieuwe wijk is dat de opzet het oude kavelpatroon volgt. In de periode 1965-1970 worden aan de Nedereindseweg en de Jan Wiegerslaan 72 eengezinswoningen gebouwd. Eind jaren 60 volgt de bouw van 6 torenflats aan het Nijpelsplantsoen. In dezelfde periode volgt de bouw van 80 etagewoningen en 24 premiewoningen aan de Jan Sluyterslaan en de bouw van 48 flatwoningen aan de Van Reeslaan en het Raedeckerplantsoen (door Bouwfonds). Daarnaast wordt de Kruyderlaan bebouwd. Eind jaren 60 wordt ook het gebied Mendes da Costalaan-Breitnerlaan-Richterslaan en Israëlslaan bebouwd. Omstreeks 1968 is het dorp flink gegroeid en ontstaat eronder de bewoners behoefte aan een goede plattegrond van het dorp. De dienst gemeentewerken Jutphaas/Vreeswijk verzorgt dan de eerste uitgave van een dorpsplattegrond. In1970 wordt de bouw van 360 etagewoningen aan het Nijpelsplantsoen afgerond met de kenmerkende ‘tubeflats’.
In de jaren 70 krijgen woningbouwverenigingen steeds meer ruimte om zich te richten op koopwoningen in plaats van huurwoningen. Een veelvoorkomende vorm van koopwoningen in dit gebied zijn de zogenaamde premiewoningen. Deze woningen kunnen met steun van de overheid worden aangekocht en bestaan uit diverse categorieën. Dit stelsel is in 1988 afgeschaft en vervangen door het huidige stelsel. Naast woningbouw worden diverse voorzieningen gerealiseerd. De Rooms-Katholieke basisschool Wijkersloot wordt eind jaren 60 gebouwd tussen de Jan Sluyterslaan en de Otto van Reeslaan. Aan de Willem Reijerslaan en Jacob Bendienlaan verrijzen bejaardenwoningen. De belangrijke ontsluitingsweg, de A.C. Verhoefweg, wordt in 1975 geopend. Aan de Mondriaanlaan bij de Mendes da Costalaan wordt in 1977 het Wijkgezondheidscentrum geopend. Naast de nodige woningen verrijst rond 1980 als sluitstuk van de hele ontwikkeling van de wijk het winkelcentrum Wijkersloot (Macadocenter), gelegen aan de Richterslaan. Het winkelcentrum Nedereind werd midden jaren 60 al gebouwd.
Het Sluisje en omgeving
Opvallend is de naam Drilleveld, even ten oosten van de Zwanenburgstraat. Hier stonden vanaf de Eerste Wereldoorlog soldatenbarakken en op dit terrein werden de soldaten ‘gedrild’. Een andere, oudere lezing is dat de naam een afgeleide is van ’t Rijnveld. De Stormerdijkstraat is in feite de eerste nieuwbouw van het dorp. Ter hoogte van de aansluiting van de Stormerdijkstraat op de Nedereindseweg bevindt zich sinds omstreeks 1930 de ‘Jutphase Boulevard’, het eerste winkelcentrum van het dorp. Op deze plek stond tot 1921 de hofstede ‘de Acht Zaligheden’. Het ‘zwaartepunt’ van Jutphaas verschoof in de loop van de tijd van het Kerkveld naar de Vaartse Rijn. Dit zal dan ook de reden zijn geweest om begin 19de eeuw de nieuwe kerk hier te bouwen. Het betreft een eenvoudig zaalkerkje, dat echter nog diverse elementen uit de oude kerk aan het Kerkveld bevat. Verder richting de Vaartse Rijn kom je bij de straat Het Sluisje. Op deze plek kwam de Nedereindsewetering uit in de Vaartse Rijn. Tot 1646 werden beide waterwegen van elkaar gescheiden door een overtoom en vanaf dat jaar zorgde een sluisje voor de verbinding van de beide wateren. Dit sluisje is in 1956 gedempt en vervangen door een duiker. Naast het sluisje bevond zich een brandspuithuisje. Op de hoek van Het Sluisje en de Vaartse Rijn bevindt zich al sinds de 17de eeuw herberg/café De Zwaan. Tegenover De Zwaan stond ten zuiden van de brug over de Vaartse Rijn het zogenaamde Brughuis. Deze herberg moest echter wijken vanwege de verbreding van de Vaartse Rijn tot het Merwedekanaal eind 19de eeuw. Vervolgen we onze weg zuidwaarts langs het kanaal, dan valt ook direct een witgepleisterde trapgevel op. Dit is een 17de-eeuws pand.
Huis De Doorslag en stoomkorenmolen De Batavier
Tussen de Hildo Kropstraat en de Noordstedeweg bevond zich achter de bebouwing het eerste voetbalveld van JSV. Verder noordwaarts komen we aan op het punt waar het Merwedekanaal naar het oosten afbuigt en waar De Doorslag begint. Het huis De Doorslag is gebouwd rond 1700 en is onder andere als rechthuis, logement/herberg en tolgaarderswoning in gebruik geweest. De woning is in 1931 verbouwd tot twee woningen, wat met name goed te zien is aan de ingangspartij. Tegenover het huis bevond zich de draaibrug die de verbinding vormde met de Vreeswijksestraatweg langs het Merwedekanaal. De brug is begin jaren 70 verwijderd. De oorspronkelijk 17de-eeuwse schutsluis is wel bewaard gebleven. Enkele meters noordwaarts bevindt zich de stoommolen De Batavier uit 1889. Deze molen staat op de locatie van een 17de-eeuwse voorganger die in 1888 afbrandde. De Jutphase molen stond oorspronkelijk dicht bij de witte trapgevel aan de Herenstraat. Het verhaal gaat dat men bij een grote brand in 1680 trachtte de kostbare molenkap te redden door deze op een kar te verplaatsen. Ter hoogte van nummer55-57 viel deze kar om. Deze plek is nog altijd bekend onder de naam ‘Valom’ en de inwoners van Jutphaas staan bekend als ‘Molenkruiers’.
Historische hoofdstructuren
De wijk wordt gekenmerkt door een drietal historische hoofdstructuren. De Jutphase ontginning wordt vanaf 1122 in twee delen gesplitst met de aanleg van een nieuw kanaal tussen Utrecht in het noorden en de IJssel in het zuiden. Het deel van de Jutphase ontginningen ten westen van dit kanaal staat vanaf dat moment bekend als Nedereind (west en oost). De overzijde als Overeind. Het middeleeuwse kanaal wordt in de loop van de tijd telkens verbeterd. In de jaren 1880 wordt het verbreed als onderdeel van het Merwedekanaal. De Nedereindseweg als ontginningsas van de middeleeuwse ontginningen is de tweede belangrijke as. De derde belangrijke structuur is de deels nog aanwezige Groenesteeg, nu Marisplantsoen-Spinethof-Klarinetlaan. Jutphaas-Wijkersloot telt in 2021 ca. 6200 inwoners, 10 procent van het totaal aantal inwoners van Nieuwegein.
Dit artikel komt uit het boek Nieuwegein 50 jaar: gepland, gelaagd, geslaagd. Hier lees je er meer over.
Uitgegeven door de Historische Kring Nieuwegein.